Een persoon of bedrijf dat voor drie of meer personen werkt, is een professionele bewindvoerder. Professionele bewindvoerders moeten aan kwaliteitseisen voldoen. De beoordeling of je daaraan voldoet doet het Landelijk Kwaliteitsbureau CBM (LKB) bij de rechtbank Oost-Brabant.
Het LKB beoordeelt uitsluitend of de professionele bewindvoerder voldoet aan de kwaliteitseisen.
De lokale kantonrechter beoordeelt de individuele aanvragen voor bewind.
In het besluit kwaliteitseisen staan eisen over:
- werving van medewerkers
- integriteit
- opleiding
- scholing
- begeleiding
- klachtenregeling
- bedrijfsvoering
De bewindvoerder heeft minimaal:
a. een passend HBO-diploma of
b. een passend MBO-4 diploma of een passend HAVO- of VWO-diploma en tenminste twee jaar werkervaring
Passende opleidingen zijn:
Wetenschappelijk Onderwijs (bachelor)
- Bedrijfseconomie
- Bedrijfskunde
- Economie en Bedrijfseconomie
- Fiscaal Recht
- Fiscale Economie
- Notarieel Recht
- Rechtsgeleerdheid
Hoger Beroepsonderwijs (bachelor)
- Accountancy
- Bedrijfseconomie
- Bedrijfskunde (MER)
- Deurwaardersopleiding
- Finance and Control
- Financial Services Management
- Fiscaal recht
- HBO-Rechten
- Leraar (bedrijfs)economie 2de graad
- Sociaal Juridische Dienstverlening
- SPD (bedrijfsadministratie)
Medewerkers van een bewindvoerder (bijvoorbeeld een assistent of administratief medewerker) heeft ten minste een diploma van een passende MBO-4, HAVO, VWO of HBO opleiding. De bewindvoerder is altijd eindverantwoordelijke voor deze medewerkers.
Jaarlijks stelt een accountant een accountantsverklaring en een accountantsverslag op. De accountant doet daarbij op basis van steekproeven dossieronderzoek. De rechtbank controleert de verklaring en het verslag.
De bewindvoerder en de medewerkers moeten een verklaring omtrent gedrag overleggen (VOG) met het specifieke screeningsprofiel nr. 55 Juridische dienstverlening of 95 Financiële dienstverlening. Aandachtspunten bij de VOG aanvraag zijn:
1. met gevoelige/vertrouwelijke informatie omgaan
2. met contante en/of girale gelden en/of (digitale) waardepapieren omgaan
3. budgetbevoegdheid hebben en
4. beslissen over offertes (het voeren van onderhandelingen en het afsluiten van contracten)